Voorlopig de laatste in de reeks verhaaltjes over crematie: Uiteindelijk is er een asbus met as en krijgen de nabestaanden na zo’n 4 weken een brief van het crematorium met voorlichting over alle soorten asbestemming.
Je mag de as ophalen na een maand, maar je mag het ook nog even laten staan. In de meeste crematoria een half jaar kosteloos, daarna moet je een kleine vergoeding per jaar betalen. Meer symbolisch, zodat de medewerkers weten dat die asbus ooit wordt opgehaald.
Sommige asbussen worden nooit opgehaald en worden dan uiteindelijk heel respectvol verstrooid. Ik weet van een crematorium die dat zo erg vindt, het voelt heel eenzaam, dat ze de asbussen al 20 jaar in de nis hebben staan in de hoop dat iemand deze op komt halen. Ze hebben het hart niet om te verstrooien.
Soms blijft een asbus jarenlang staan wachten op de partner, om uiteindelijk samen te worden verstrooid.
Als je de as ophaalt, moet je rekening houden met het gewicht. Veel mensen denken aan as uit de open haard, dat weegt niks. Maar as van mensen is zwaar, zo’n 2 a 3 kilo.
Het ziet er uit als een soort grote grijze zandkorrels.
De standaard asbus is / wordt hier in het Gooi een rechthoekige doos, met bovenop ruimte voor het crematie-steentje waar ik het eerder over had.
Hierbij krijgen de nabestaande ook een crematie-verklaring.
Mocht je de as willen overbrengen naar het buitenland, dan moet je vragen om een internationale verklaring.
Volgend jaar maak ik een serie verhaaltjes over allerlei soorten asbestemming, dus het wordt vervolgd!