Vorige week vertelde ik over een codicil, deze week zou ik daarop terugkomen. Hoe schrijf je nou een codicil?
Je moet een codicil met de hand schrijven, dateren en ondertekenen.
De tekst begint als volgt:
Ik, ….., [naam ….., geboren te …. op ….. thans wonende te ………], beschik bij codicil als volgt:
Ik vermaak aan ……………….. (personalia en adres, als mogelijk ook geboortedatum vermelden)
Praktisch gezegd houdt dat in dat je kunt bepalen:
“Ik vermaak al mijn kleding aan De Kringloop
ik vermaak mijn gouden schakelarmband en mijn gouden slavenarmband aan Marie Jansen, thans wonende ……”
Je kan ook in een codicil bepalen dat wat je vermaakt aan de verkrijger privé blijft, al is diegene getrouwd in gemeenschap van goederen. Dan voeg je de volgende bepaling toe:
“Ik bepaal dat deze making (of als het voor alle makingen in het codicil geldt: ‘ik bepaal dat alles wat ik in dit codicil vermaak’) niet zal vallen in een huwelijksgoederengemeenschap, waarin de verkrijger nu is gehuwd of te eniger tijd zal zijn gehuwd.”
Datum, handtekening
—
Kleding kan als geheel worden gelegateerd. Sieraden, boeken, schilderijen moet stuk voor stuk worden gelegateerd. Dat laatste geldt ook voor de inboedel. Bij twijfel kun je het beste bij de notaris een testament laten opmaken.